Heeft ze er binnenshuis ook last van, of is het eigenlijk alleen buiten?
Ja, ik zou bij de eerste tekenen van ongemak, als ze hopelijk nog wel iets wil aannemen, al beginnen. Ze gaat dus ook al generaliseren met überhaupt naar buiten gaan en het tuig omdoen, dus als je daar al begint, stapt ze ook (na een tijdje) op een andere manier de deur uit. Ik zou dus alles aanpakken waarvan je nu merkt dat ze al gespannen wordt en dat - waarschijnlijk - met die angst voor knallen buiten te maken heeft.Persistence schreef: ↑17 okt 2023, 23:40 @Diana zou het een lokmiddel zijn als ik de smeerkaas al bij omdoen tuig gebruik als ik merk dat ze ertussen uit wilt knijpen? Om haar op weg te helpen? Want ze gaat dus al bang van huis nu inmiddels. Of schiet dat z’n doel voorbij?
Maar counter conditioneren is natuurlijk niet hetzelfde als belonen, dus als je het wilt inzetten, gaat het niet om een beloning voor het omdoen van het tuig of naar je toe komen, maar tuig tevoorschijn halen = voer (daarna doe je het tuig weer weg, ze hoeft niet per se naar je toe te komen) en zo ga je door tot het tevoorschijn halen van het tuig geen negatieve reactie meer oproept, pas dan ga je een stapje verder (bijvoorbeeld met het tuig naar haar toe lopen, daarna tuig in de richting van en over haar hoofd, nog niet vastmaken, etc.). Dat is denk ik lastig op te bouwen als je ondertussen wel gewoon moet wandelen en dus je eigen opbouw daarmee dwarsboomt. Tenzij je haar tijdelijk aan een halsband uit zou kunnen laten of tenzij dit alles in een paar stapjes en in heel korte tijd al prima gaat en niet meer beladen is. Maar meestal duurt het even en ik doe het zelf liever in een paar korte sessies per dag, bijvoorbeeld drie keer per dag 1 of 2 minuten.
Wat denk ik haalbaarder is, is het naar buiten stappen zelf counterconditioneren, dus eerst vlak voor en daarna op de drempel voertjes strooien en laten zoeken, dan net over de drempel (dan weer naar binnen), en zo alles rondom die drempel en het naar buiten stappen zelf een feestje maken, voordat je daadwerkelijk echt van huis gaat.
Ik noem even een paar voorbeelden: Mila vindt deuren of poortjes die plotseling hard dichtslaan, bijvoorbeeld door een windvlaag, eng. Dat ging zij verbinden aan het geluid van een piepend poortje, dat werd voor haar een voorspeller voor het dichtklappende poortje dat ze daadwerkelijk eng vond, dus voortaan was het piepen ook eng. Ik heb eerst dat piepen gecounterconditioneerd, zodat ze daar totaal niet meer op reageerde; het piepen was geen voorspeller meer van iets engs, maar van iets leuks. Pas daarna ben ik begonnen met het daadwerkelijk klepperen van het poortje, natuurlijk eerst door het met een heel zacht tikje dicht te doen en zo steeds iets harder. Als ik niets met het piepen had gedaan, was ze bij het daadwerkelijke dichtklappen al te gestrest om voer aan te nemen, omdat ze dus eerst steeds het piepen van het poortje hoorde, dat ondertussen net zo eng was geworden.
Een ander voorbeeld is Mila's vroegere angst voor de auto. Zij wilde dan ook niet naar de auto toe lopen, daar bouwde ze al veel spanning op. Dus ik heb eerst die spanning bij het het naar de auto toe lopen en erin springen aangepakt, voordat we überhaupt iets gingen doen met het daadwerkelijke autorijden zelf. Spelletjes met samen naar de auto toe rennen en die aantikken, om de auto heen rennen, in de auto springen achter een bal aan terwijl alle deuren openstonden en ze er dus aan de andere kant weer uit kon springen, speeltjes zoeken in de auto, etc. Pas toen ze zo ongeveer niets liever deed dan naar de auto toe rennen en erin springen, zijn we korte stukjes gaan rijden om iets heel leuks te doen, en hebben we dat verder opgebouwd. Maar doordat ze al met een totaal andere energie die auto in ging, was het probleem met het daadwerkelijke autorijden daarna eigenlijk ook vrij vlot opgelost.