Een Hondenleven

Impulscontrole tov voer, ook voor beginners:
(Tsja, ik heb een labrador...)

1. Voertjes in vlakke hand. Als je hond ze wil pakken hand dicht. Als je hond gewenst gedrag aanbied (rust, afstand, zitten, oogcontact) hand open en met je andere hand een voertje geven.
Varianten: hand lager bij de grond, of voertjes niet in je hand maar op een krukje of op de grond.

2. Staan, voertje in je hand, arm gestrekt opzij. Belonen voor oogcontact en rustig gedrag. Opspringen negeren.
Varianten: bewegen met je hand, andere hand

3. Leave it (en toe maar). Leave it betekent negeren, en op de cue "toe maar" mag je het pakken.
Varianten: verschillende plaatsen, verschil in beloningswaarde, stil zitten of er langs lopen, voertjes laten vallen.

Boundaries / op je plaats blijven:
- zitten op het placeboard
- rustig liggen op een matje
Duur opbouwen, release cue aanleren. Alleen er vanaf bij de release cue of bij een ander commando. Afleiding en moeilijkheidsgraad opbouwen.

Uitknop:
- voet op de riem, zodat je hond beperkt wordt in zijn bewegingsvrijheid. Belonen voor het aannemen van een rustpositie (zitten of liggen). Vervolgens criteria verhogen (ontspannen houding: op 1 heup, kop op de grond, ontspannen staart). Duur opbouwen.

Speeltje:
- trekspelletje met een start, pauze en stopsignaal.
Start: wachten totdat het spel begint, ook als het speeltje gepakt wordt of voor je neus gezwaaid wordt. Of gegooid wordt.
Pauze: hand stilhouden. Wachten op rustig gedrag. Beloningswoordje en weer verder spelen.
Stoppen: klaar = klaar.